Leerstijlen Kolb
De leerstijlen in het model van de Amerikaanse psycholoog David Kolb (1939) bestaan uit vier stijlen. die je met onze gratis leerstijlentest kunt testen. De 4 leerstijlen van Kolb zijn:
-
Doener (is gericht op nieuwe ervaringen)
-
Dromer (is de observeerder/reviewer)
-
Denker (is de analist/theoreticus)
-
Beslisser (is de toepasser)
De meeste mensen hebben een voorkeur voor een bepaalde leerstijl. Het betekent niet dat, wanneer je een Doener bent, je niet kunt denken/analyseren. Je hebt dan gewoon een voorkeur om te beginnen met iets actiefs, pas daarna pas je de andere leerstijlen uit het model van Kolb toe in je eigen leerproces. Je kunt de leerstijlentest doen om je eigen leervoorkeur te weten te komen.
Uitleg Kolb's leerstijlen model
Kolb zegt zelf over leren onder andere het volgende:
“Learning is the process whereby knowledge is created through the transformation of experience” (David A. Kolb, 1984).
Je zet volgens Kolb dus de ervaringen die je opdoet, om in kennis. Tegenwoordig zeggen we dat we de ervaringen die we opdoen omzetten in een combinatie van kennis, vaardigheden en gedrag, oftewel in competenties.
Het is volgens Kolb belangrijk om de bovenstaande afbeelding als een soort stroomdiagram te zien. In een leerproces heb je te maken met 4 manier van leren:
-
Doen (Actief leren)
-
Voelen (Concreet leren)
-
Kijken (Reflectief leren)
-
Denken (Abstract leren)
Je leerstijl is eigenlijk het gevolg van 2 voorkeuren voor manieren van leren die je (onbewust) hebt als je in een leersituatie komt. In het plaatje hierboven staan de 2 voorkeuren op de horizontale as en verticale as weergegeven.
-
De horizontale as geeft aan hoe je een taak benadert. Leer jij liever door situaties Actief te benaderen (bv experimenteren) òf leer jij liever door situaties Reflectief te benaderen (bv observeren/overdenken)?
-
De verticale as geeft aan hoe je omgaat met wat je waarneemt. Leer jij liever door situaties Concreet te benaderen ( bv ervaren, voelen, beleven) òf leer jij liever door situaties Abstract te benaderen (bv begrijpen, analyseren)?
Kolb stelt dat je niet tegelijk een voorkeur kunt hebben voor denken èn voor voelen (verticale as), je hebt òf een voorkeur voor voelen òf een voorkeur voor denken.
Hetzelfde geldt voor de horizontale as. Volgens Kolb heb je òf een voorkeur voor actief zijn/doen, òf een voorkeur om eerst te kijken/reflecteren. Door die twee voorkeuren te meten met een leerstijlentest, komt je resultaat in 1 van de 4 kwadranten/vakken van het stroomdiagram terecht en ben je bijvoorbeeld een doener.
Je leerstijl betekent dus dat je een voorkeur hebt voor een bepaalde combinatie van 2 manieren van leren. Een doener heeft de voorkeur voor actief leren èn voor concreet leren.
Je leerstijl geeft aan dat je een leerproces het liefst start met op die leerstijl aangepaste werkvormen en leermethoden. Gedurende een ideaal leerproces schuif je daarna telkens "met de klok mee" door naar de volgende leerstijl (met de bijbehorende werkvormen en leermethoden) om zo jouw leerproces steeds verder te verdiepen:
-
De DOENER heeft een nieuwe ervaring.
-
De DROMER observeert en reflecteert op die ervaring (reviewt)
-
De DENKER analyseert en trekt conclusies
-
De BESLISSER past het geleerde toe in de praktijk, waarna er weer een nieuwe ervaring volgt, zodat de cirkel van leren verder gaat.
In het meest effectieve leerproces doorloop je dus alle vier de leerstijlen "met de klok mee". Je voorkeursleerstijl is dan de leerstijl waar je bij voorkeur mee begint in een leerproces. De 4 leerstijlen van het leerproces zijn volgens Kolb alle vier even belangrijk voor een compleet en rijk leerproces. De leerstijlen ondersteunen en voeden elkaar op een logische wijze waardoor het niet uitmaakt met welke leerstijl je start, als je ze maar wel allemaal doorloopt. Want alleen dan is het leerproces het meest effectief.
Waarom het belangrijk is om je leerstijl te weten?
-
Als je je leerstijlvoorkeur weet, dan weet je ook welke manieren van leren bij jou het beste werken. En dat geeft jou een beter leerresultaat en tijdwinst.
-
Het is goed om te weten hoe je in elkaar zit zodat je je eigen gedrag en gevoelens beter (her)kent.
-
Met de kennis over je eigen leervoorkeur en de werkvormen die bij de leerstijlen horen, kun je ook beter begrijpen hoe anderen leren. De samenwerking met bijvoorbeeld studiegenoten kun je daardoor verbeteren.
Klik voor meer informatie over de werkvormen die bij de 4 leerstijlen passen, op de 4 artikelen over de verschillende leerstijlen bovenaan.
Natuurlijke leerstijl
Is er zoiets als een natuurlijke leerstijl? Je zou kunnen zeggen dat baby’s alles door concrete activiteiten en ervaringen leren, dus zou dat wijzen op “Doener” als natuurlijke leerstijl. Tegelijk zijn bepaalde eigenschappen in het karakter en temperament bij een jonge baby al snel zichtbaar. Deze karaktereigenschappen kunnen invloed hebben op de voorkeur voor de leerstijlen. Er zijn bijvoorbeeld baby’s die heel vurig/fanatiek en actief zijn en veel oogcontact maken (Doener?), en er zijn baby’s die terughoudend zijn en meer afwachten wat er komt (Dromer?).
In ieder geval is het bekend dat een voorkeur in leerstijlen zich in een bepaalde richting ontwikkelt vanaf de geboorte tot aan de adolescentie. Daarna, tot jongvolwassen leeftijd, is er vaak sprake van een duidelijke voorkeur voor een bepaalde leerstijl. Vanaf middelbare leeftijd is er vaker sprake van een minder duidelijke voorkeur. Men heeft dan vaak al meerdere leerstijlen geoefend/ontwikkeld zodat er moeilijker een bepaalde voorkeur te herkennen is.
De voorkeur voor een leerstijl wordt beïnvloed door:
-
Karakter – Temperament
-
Intelligentie
-
Opvoeding
-
Onderwijs
Leerstijlen en lesgeven
Zowel de leerstijlen zelf als de leercyclus van Kolb kunnen door docenten en trainers worden gebruikt om het onderwijs te optimaliseren:
-
De docent kan bekijken of de aangeboden lesstof en de werkvormen wel voldoende aansluiting hebben bij studenten die een bepaalde leerstijl hebben. Deze screening van het lesaanbod is belangrijk om iedere student voldoende kans te geven om optimaal te kunnen leren.
-
De docent kan op basis van de bevindingen bijvoorbeeld extra lesmateriaal, andere lesmethodes of andere werkvormen ontwikkelen.
-
De docent kan keuzevrijheid in bepaalde werkvormen of in een opdrachtenvolgorde bieden om zo af te stemmen op de leervoorkeuren van studenten.
-
De docent kan helpen met het ontdekken van de leerstijl van de student door hierover uitleg te geven en een leerstijlentest te laten doen.
Door onder andere de bovenstaande handelingen kan de docent of trainer helpen om het leerproces effectiever te maken. Niet alleen het kunnen starten met de voorkeursstijl maar ook het kunnen oefenen met de andere stijlen is hierbij van belang. Want juist het volledig kunnen doorlopen van de leercyclus levert het meeste leerrendement op.
Wil je meer weten over je jezelf? Kijk dan eens bij het thema Persoonlijkheid, doe een gratis persoonlijkheidstest of de uitgebreide Big 5 persoonlijkheidstest.