Als vertaler vertaal je geschreven teksten van de ene taal (de zogenaamde brontekst) naar de andere taal. Eén van deze talen is vrijwel altijd je moedertaal, de andere heb je via scholing aangeleerd (gestudeerd). Vaak ben je gespecialiseerd in een bepaalde (aangeleerde) taal en/of in een bepaalde soort vertaalwerk. Denk hierbij aan een specialisatie als medische teksten, diplomatieke teksten, commerciële teksten, tijdschriften, literatuur, ondertiteling voor een documentaire, film of serie of juridische teksten. Voor sommige vertaalfuncties moet je je laten beëdigen als officieel vertaler. Soms werk je als vertaler ook als Tolk.
Je werkt als vertaler bij een tolk- en vertaalbureau, uitgever, internationaal opererend bedrijf, bank, verzekeringsmaatschappij, overheidsinstantie voor bijvoorbeeld internationale betrekkingen (ambassade/ministerie), het Europees parlement, congrescentrum, een rechtbank of als zelfstandige.
De taken van een vertaler zijn onder andere:
-
Ontwikkelingen in je taalgebieden volgen
-
Achtergrondinformatie lezen over onderwerpen/vakgebieden waarin je vertalingen maakt
-
Achtergrondinformatie lezen over schrijvers
-
Onderzoeken schrijfstijl
-
Relevante vaktaal/jargon leren
-
Vertaalsoftware gebruiken/Vertalen
-
Alternatieven bedenken voor bijvoorbeeld culturele begrippen, vakterminologie, spreekwoorden, gezegdes en uitdrukkingen die niet letterlijk te vertalen zijn
-
Fouten in originele teksten verbeteren in de vertalingen
-
Woordenlijsten samenstellen,
-
(Vak)woordenboeken en andere naslagwerken raadplegen
-
Rapporteren